Elisabeth trekt in dit onderzoek een vergelijking tussen choreografie, politieke cinema en filmtheorie, steeds balancerend op het snijpunt van het persoonlijke en het politieke.
Film genereert een alternatieve tijdsbeleving die sterk doet denken aan het synchroon ervaren van verschillende tijdsdimensies. Het is een zwevende beeldtaal die zich langzaam ontvouwt en zich moeiteloos laat lezen. het boort bovendien het onderbewuste aan en reorganiseert daarmee rechtstreeks de diepe, ondergrondse patronen van het bewustzijn. Op die manier kan de toeschouwer potentieel tot inzichten komen over de reële omstandigheden waarin hij of zij verkeert en tot actie overgaan.
Elisabeth onderzoekt hoe de films van een aantal politiek geïnspireerde filmmakers zoals Pasolini, Fassbinder en Schroeter modellen en strategieën bieden voor het maken van dans met een politiek bewustzijn, een appetijt voor polemiek, en een directe, reële impact op de betrokkenen.