Eer en fatsoen! Dieven! Gij getweeën gebonden aan eer en fatsoen? Cloaca’s van schande! Nochtans kunnen zelfs wijzelve niet altijd gebonden blijven aan de onze. Ik, ja, ik, ikke, ‘k moet soms mijn godvrezendheid terzijde schuiven en, uit noodzaak, mijn eer krenken, list en bedrog gebruiken, laveren, schipperen. Maar gij, met die vodden en lompen aan uw lijf en met die loensende valse boskatogen, met die grijnslach en die stinkende adem, gij laat u leiden door eer en fatsoen?
Lees meer Lees minder