De beste tijd om te vliegen is de herfst. In die tijd en in geen andere verheffen zich in lange vluchten: de gans met zijn staalgrijze en witte veren en de schuwe houtsnip, op weg naar warme landen. In die tijd spoort de natuur zelfs ons tot vliegen aan, als zij in de droge maar frisse lucht lange, grijze draden spant, die niets anders zijn dan de eerste moleculen van het vliegen. Maar eerst nog een waarschuwing: je moet eerlijk zijn tegenover het element lucht. Gebruik list noch enige sluwheid. Want er was eens iemand die dacht slimmer te zijn, en hij viel in zee. Dat is lang geleden…
uit De getaande vrijheid van Marian Pankowski