Harawi werd in 1945 geschreven en vormt het eerst deel van de Trilogie van Liefde en Dood, hoodzakelijk gebaseerd op de mythe van Tristan en Isolde. Judith Vindevogel over Harawi: “zoals een woord pas ontstaat door een klinker en een medeklinker, zo kan Harawi in mijn verbeelding alleen maar bestaan waar stem en beweging bij elkaar komen. Stamelend wellicht, onaf, primitief.”
Het woord ‘Harawi’ is een Quechua woord (Quechua is de oude taal van Peru) en betekent een liefdeslied dat eindigt met de dood van de geliefden. De cyclus bestaat uit 12 liederen voor sopraan en piano en verhaalt over de passionele en fatale liefde die eindigt in de dood. Het tweeledige symbolisme van liefde en dood loopt als een rode draad doorheen ‘Harawi’, en de universele betekenis van deze ideëen wordt uitgedrukt door de gedichten op een manier die eerder surrealistisch dan dramatisch is.
Messiaen gebruikt de contouren van de Peruviaanse melodiëen en vormt ze om tot zijn eigen melodische en modale taal. De muzikale stijl en techniek van ‘Harawi’ zijn typisch voor zijn werk in die periode, gebruik makend van indiaanse ritmes en een harmonische en melodische stijl die afgeleid is van zijn theoretische verhandeling ‘La technique de mon langage musical’.