Drie jaar na hun eerste gezamenlijke productie, De kleine zeemeermin van Judith Herzberg, slaan de Roovers en muziektheatercollectief WALPURGIS opnieuw de handen in elkaar, nu samen met regisseur Peter van Kraaij. Directe aanleiding hiervoor is hun gedeelde fascinatie voor de muziek van de Hongaarse componist György Kurtág, de sterke impact van de romans van de Zuid-Afrikaanse schrijver en nobelprijswinnaar J.M. Coetzee en de duidelijke link naar het werk van de Tsjechische schrijver Franz Kafka.
Niet alleen door zijn gekende literaire werk maar ook in zijn brieven en dagboeken blijft Kafka een inspirerend schrijver en persoon. De scherpzinnige, meedogenloze observaties van het dagelijks leven, die hij in zijn dagboeken en brieven neerschreef, werpen een helder licht op de schaduwzijde van het menselijk bestaan.
Het is dit universum waar twijfel leeft, verdriet, onzekerheid en angst, dat de Hongaarse componist György Kurtág verklankt heeft in zijn Kafka Fragmenten voor stem en viool.
Voor hem kunnen troost en schoonheid niet gezocht worden in ‘zuivere harmonie’, maar schuilen zij ergens daartussen, in kwarttonen en dissonanten.
Ook het werk van J.M. Coetzee leidt naar het werk van Kafka. In de roman Dierenleven, houdt de oudere schrijfster Elisabeth Costello haar controversiële lezing aan de universiteit ‘over het onderwerp dieren’. Zij vergelijkt zichzelf met Kafka’s Rode Peter: een tot mens ‘opgeklommen’ aap die zijn levensverhaal vertelt aan een geleerd gezelschap, schijnbaar dicht bij de mensen en tegelijkertijd zo ver van hen verwijderd.
‘Ik zeg met opzet niet vrijheid. Ik bedoel niet dat grote gevoel van vrijheid naar alle kanten. Wat mij betreft, ik eis geen vrijheid, toen niet en nu niet. Terzijde: met vrijheid bedriegt de mens zich al te vaak.’
uit: Verslag voor een academie van Franz Kafka, 1917